De advent is in het christendom de benaming voor de aanloopperiode naar kerst. De naam advent komt van het Latijnse woord adventus, dat komst betekent. In de adventsperiode bereiden christenen zich voor op het kerstfeest.

Eenvoudig gerekend begint de advent vier zondagen voor Kerstmis. De advent begint altijd op de eerste zondag na 26 november Sint-Siricius en eindigt op 24 december Kerstavond bij het avondgebed. Hierdoor is de lengte van de adventsperiode verschillend, maar telt wel altijd vier zondagen.
In kerken wordt de advent symbolisch zichtbaar gemaakt door een kaarsenstandaard of een adventskrans waarop vier kaarsen staan. Elke zondag wordt een extra kaars aangestoken. Op de laatste zondag voor kerst (Rorate) branden dan alle kaarsen.